Bij opgravingen in de buurt van Swifterbant werden in 1966 resten van een eeuwenoude cultuur ontdekt. De vondsten weken dusdanig af van de bekende culturen dat men besloot dat de prehistorische werktuigen en gebruiksvoorwerpen onderdeel moesten zijn van een nieuwe cultuur; de Swifterbantcultuur. Deze cultuur vormde in midden Nederland de overgang tussen de jager-verzamelaarleefwijze en het boerenbestaan.
Op diverse plekken in Nederland, onder meer in het oosten van Flevoland en in Barendrecht, zijn sporen gevonden van bewoning door leden van de Swifterbantcultuur. (ca. 4900 – 3500 voor Chr.)Vondsten die duiden op het mogelijke bestaan van een cultuur die de overgang vormt tussen de Swifterbantcultuur en de Trechterbekercultuur (de cultuur van de hunebedbouwers die leefden van ca. 3400 – 2850 voor Chr.) zijn minder talrijk. In de Noordoostpolder, nabij het plaatsje Schokland werden echter in 1984 wel sporen aangetroffen van bewoning door leden van deze zgn. Pre-Drouwencultuur. (ook wel Swifterbant 4-fase genoemd: ca. 3950 – 3500 voor Chr.) Archeologen groeven onder andere plattegronden op van vier woonhuizen.
De resultaten van onderzoeken naar de Swifterbantcultuur en die van de opgravingen gedaan op site P14 bij Schokland, vormden voor de in 1987 opgerichte Stichting Prehistorische Nederzetting Flevoland (SPNF) de aanleiding aanvankelijk een bronstijdnederzetting en later een steentijdnederzetting te bouwen.
De, bij de opgravingen nabij Swifterbant betrokken, archeologe Paulien de Roever, de basisschooldirecteur Gusta Hanson, conrector van het voortgezet onderwijs Arjen Wabeke en de heren Heiko Ubbink en Jan Werschkull waren de oprichters van de Stichting Prehistorische Nederzetting Flevoland op. Onder hun leiding ging op 2 juli 1989 de bouw van de bronstijdnederzetting in het Natuurpark Lelystad van start.
Tot de afbraak van de bronstijdgebouwen in 1999, werden op de sfeervolle nederzetting (bestaande uit een bronstijdboerderij, een bijgebouw voor opslag van brandhout, het weefgetouw en een vuurmaakconstructie, twee lemen broodovens, een pottenbakoven, een weiland met onderkomen voor geiten, een rietgedekte ronde hut, een ‘haventje’ met drie kano’s, een klein tuintje en een sanitairgebouw) met name schoolgroepen ontvangen die een dagdeel dan wel een aantal dagen in de bronstijd probeerden te overleven. Ook werden er kinderfeestjes begeleid.
Aangezien de gebouwen in het bronstijddorpje, na meer dan tien jaar in gebruik te zijn geweest, behoorlijk begonnen te vervallen en de nederzetting zich bovendien bevond op een voor bezoekers moeilijk te bereiken plek, werd in 1995 gestart met het prepareren van een oer-rivierduinlandschap op de huidige locatie; een prachtig terrein dat opnieuw was aangeboden door de Stichting Flevo-landschap opnieuw een prachtig terrein aan op een zichtlocatie in het Natuurpark.
In 1997 kon worden gestart met het bouwen van twee, op de P14-plattegronden gebaseerde, woonhuizen. De woonhuizen, ook wel (eigenlijk ten onrechte) boerderijen genoemd, zijn beide zuidwest-noordoost georiënteerd en zijn geplaatst op een kunstmatig opgeworpen donk; een heuvel die de rivierduin langs de Overijsselse Vecht moet voorstellen waarop onze verre voorouders in de laatste periode van de Swifterbantcultuur en de Pre-Drouwentijd woonden. Beide woonhuizen zijn ca. 12 meter lang en 6 meter breed.
In 2001 werd de laatste hand gelegd aan de woonhuizen en snel daarna konden schoolklassen, vriendengroepen, families, bedrijven en verenigingen er tijdelijk hun intrek nemen om tijdens leuke en leerzame arrangementen te ondervinden hoe het zou zijn ca. 6000 jaar geleden te leven; een ervaring die dankzij de, in het voorjaar van 2007 gebouwde, Midden Steentijdhut zeker een extra dimensie heeft gekregen.